Veel Nederlanders bang om te reanimeren

Bijna driekwart van de Nederlanders weet niet goed wat ze moeten doen als iemand een hartstilstand krijgt. Dat blijkt uit een onderzoek van het Rode Kruis onder ruim 1000 mensen.

Van de ondervraagden weet 69 procent wat een Automatische Externe Defibrillator (AED) is, maar slechts 23 procent weet ook hoe die werkt. Mensen onder de 30 en boven de 60 jaar zijn het minst goed op de hoogte.

Het Rode Kruis noemt dat een zorgelijke ontwikkeling en probeert via een collecte geld in te zamelen voor meer reanimatiecursussen en AED’s in Nederland.

Bekijk hier het volledige artikel op NOS.nl

Leven en dood

Iets meer dan de helft van de ondervraagden weet niet waar in de buurt van hun huis de dichtstbijzijnde defibrillator te vinden is. Ook op het werk is niet iedereen op de hoogte. 42 procent van de werkende mensen weet niet waar de AED hangt in hun bedrijf.

Kennis over reanimatie en de AED kan volgens het Rode Kruis het verschil maken tussen leven en dood. Hoe sneller iemand met een hartstilstand een schok krijgt toegediend via de AED, hoe groter de overlevingskans. Als de reanimatie binnen 6 minuten begint, neemt de overlevingskans met 50 procent toe.

Mensen met kennis over reanimatie zullen sneller beginnen met reanimeren. 29 procent van de Nederlanders zou meteen beginnen met reanimeren als iemand in de buurt een hartstilstand krijgt. 43 procent kijkt liever eerst of er niemand anders in de buurt is die kan reanimeren. Bij mensen die weten wat ze moeten doen bij een hartstilstand ligt die bereidheid met 75 procent veel hoger.

In Nederland overlijden jaarlijks 6400 mensen aan een hartstilstand. Volgens het Rode Kruis kunnen er mensenlevens gered worden als meer mensen kunnen reanimeren.

Via een app wil de organisatie alle plekken in Nederland waar een AED hangt in kaart brengen. “Er zijn 60.000 AED’s verkocht in Nederland, maar er zijn er maar 20.000 geregistreerd”, zegt Merlijn Stoffels van het Rode Kruis. Hij roept iedereen op om de AED’s in zijn of haar buurt via de app aan te melden.

Bron: NOS.nl